Er wordt een firmware upgrade gedaan van beide storage controllers. Omdat deze redundant zijn uitgevoerd wordt er geen downtime verwacht.

Eerst wordt controller 1 in een standby modus geplaatst waardoor al het verkeer over controller 2 gaat. Daarna krijgt controller 1 de firmware upgrade. Nadat deze is uitgevoerd, controleren we of controller 1 goed werkt. Na een positieve controle wordt controller 1 uit de standby gehaald en weer actief gemaakt en dezelfde stappen worden dan voor controller 2 uitgevoerd.

Deze firmware upgrade is nodig voor de netwerk upgrade die volgende week gepland staat. Hiermee zal de performance van ons virtuele platform verder verbeteren.